Nieuws

Veldverkenning Proeftuin Popmuziek ‘zeer inspirerend’

Het kan weer! Het mag weer! De wereld heropent en de podia mogen weer publiek welkom heten. Een uitgelezen moment voor een excursie van Proeftuin Popmuziek, waarbij de Limburgse cultuurmakelaars zich voor het eerst sinds lange tijd treffen.

Na een extreem onstuimig weekend vanwege de vernietigende stormen Eunice en Franklin ontwaakt Venlo met een waterig zonnetje aan de horizon. Organisator Thijs Schrijnemakers, kwartiermaker Proeftuin Popmuziek, stapt opgewekt de trein uit. Hij maakt zich op voor een fieldtrip met diverse Noord-Limburgse beleidsmedewerkers, medewerkers van poppodia en andere lokale muziekorganisaties. Met een heuse partybus wordt er een excursie gemaakt naar Eindhoven en Nijmegen, om daar ideeën op te doen voor de popsector in de kop van de provincie. Voor veel van de deze ochtend naar het Jocusriék afgereisde genodigden is de busreis het eerste uitstapje in ruim twee jaar tijd, vanwege de door COVID19 gehavende kalenderjaren 2020 en 2021. De glimlachen die uitgewisseld worden bij het weerzien van collega’s en kennissen, alsmede ontmoetingen met nog onbekende gezichten, zijn dan ook tekenend voor de ontsnapping aan twee jaar aan lockdowns en coronamaatregelen.

Nieuwe kennismakingen
“Het is fijn om nieuwe mensen te leren kennen”, verzucht Madelon Mooren, beleidsmedewerker Cultuur in de gemeente Weert, tijdens de busreis. “Zeker na twee jaar COVID is het weer even fijn om te horen waar je het allemaal voor doet en dan is het inspirerend om naar andere plekken toe te gaan om te kijken hoe het daar georganiseerd is.” Het woord inspirerend zal gedurende de dag nog vaker vallen. Zo noemen ook singer-songwriter Etan Huijs en Marij Theelen, beleidsmedewerker van de gemeente Venray, de busreis van Proeftuin Popmuziek ‘zeer inspirerend’. “Ik ontmoet veel nieuwe mensen”, aldus de uit Venray afkomstige Huijs. “Ik vind sowieso de ontmoeting met de hele cultuurwereld in het Limburgse geweldig”, zegt Theelen over het samenkomen. “Leuk om iedereen bij elkaar te zien. Ik ken heel weinig mensen van deze club. Met een paar mensen heb ik een keer een bezoek gebracht aan Grenswerk, maar Etan kende ik bijvoorbeeld niet, terwijl ik toch al tien jaar in Venray werk.”

Effenaar zet in op technologische ontwikkelingen
Rond 10.30 uur rijdt de partybus Eindhoven binnenrijden. De Brabantse arbeidersstad staat mede bekend om het aldaar opgerichte elektronicamerk Philips en is zich ook na het vertrek van dat concern met nieuwe initiatieven op technologisch vlak blijven bezighouden. Dat is vooral te zien in het stadsdeel Strijp-S, waar de Limburgse delegatie welkom wordt geheten door Jos Feyen, sinds 2014 directeur van poppodium Effenaar. Hij start zijn presentatie met een verhaal over Music Hub Brabant, een Noord-Brabants talentontwikkelingstraject. Het tweede deel van Feyens verhaal gaat over hoe de Effenaar klaargestoomd wordt voor een toekomst waarin technologische ontwikkelingen een grote rol gaan spelen naast het programmeren van muziek en dat er door het samenvoegen van disciplines grotere budgetten beschikbaar worden. Veel van de toehoorders noemen deze ambities ‘indrukwekkend’. “Ik vind de ontwikkeling waar ze in Eindhoven mee bezig zijn erg intrigerend”, aldus Marij Theelen. “Dat triggert mij wel.”

Rol poppodium in  de samenleving
“Je moet een beetje na blijven denken wat je rol is in de samenleving” erkent Tim Gaal, directeur van poppodium Grenswerk in Venlo. “Je moet blijven ontwikkelen. Er gebeurt heel veel wat je zelf als veertigplusser misschien niet meer op het netvlies hebt, maar wat wel gebeurt en waar je wel oog voor moet hebben. Genoeg food for thought waar we verder over kunnen nadenken en brainstormen met onze medewerkers en met andere mensen die we vandaag in ons midden hebben.” Jacqueline Stienen, als adviseur werkzaam bij de gemeente Peel en Maas, ziet er de meerwaarde van in. “De jeugd is veel meer bezig met games en avatars. Het voegt wat toe: een andere dimensie, je hoeft niet per se ergens meer naartoe.” Ook het samenbrengen van diverse werkvelden is een eyeopener. “Bijzonder om te horen hoe iemand die veel meer vanuit een ondernemersrol daarin zit popmuziek kan inzetten als een soort verdubbelaar en dat dit kan helpen om veel meer middelen bij elkaar te krijgen om ontwikkelingen aan te jagen”, zo vindt Wouter Daemen, programmacoördinator Cultuurregio Noord-Limburg bij Huis voor de Kunsten Limburg.

‘Is dit nou echt de toekomst?’
Toch heerst er enige scepsis over de plannen van de Effenaar bij de Limburgers. “Echt een ver-van-mijn-bedshow”, lacht Madelon Mooren. “Ik vind het ook wel een beetje beangstigend soms, dat ik denk: ‘Is dit nou echt de toekomst?’ Dat kan ik mezelf heel moeilijk voorstellen, omdat ik nu heel erg kan genieten van naar een podium gaan en daar live-acts meemaken. Maar wel heel indrukwekkend. Ik hoop eigenlijk dat het nog heel ver weg is. Terwijl ik zelf niet zo behoudend ben, maar vanwege het feit dat het zo weinig menselijk is.” Stienen knikt instemmend. “Ik prefereer ook menselijk contact. De ontwikkeling dat alles ‘mean and lean’ wordt gemaakt, ben ik ook niet voor. Je hebt elkaar nodig. Je kunt alles heel klinisch maken, maar of we daar zo gelukkig van worden, dat weet ik niet.” Etan Huijs heeft ook zijn bedenkingen. “Ik weet net wat een NFT is en dan houdt het al gauw op”, grapt hij. “Ik ben digitaal heel actief, maar ik moet het echt van het optreden hebben. De coronacrisis is daar wel een katalysator voor geweest, dat artiesten nu denken: ‘Ik hoef misschien niet meer het hele land af te reizen om te zien of daar dertig mensen op ons wachten.’ En dus online hun hele fanbase opbouwen.”

Een goede basis
Nadat de ideeën van Jos Feyen uitgebreid zijn besproken, komt de partybus rond 13.00 uur in Nijmegen aan. De volgende halte is De Basis, de muzikale broedplaats die huist in het voormalige poppodium Doornroosje. Daar aangekomen is het eerst tijd voor een lunch, waarna Toine Tax, directeur van Doornroosje en een van de drijvende krachten achter De Basis, vertelt over talentontwikkeling in Gelderland. Met name in Nijmegen en wat de rol van De Basis daarin is. “Het heeft jaren geduurd voor ze op dit punt zijn gekomen in Nijmegen, maar nu kunnen wij daarvan profiteren”, stelt Paul Moerel, directeur van Stichting Pop In Limburg. “Zij hebben die meters gemaakt en wij hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Ik denk dat die presentatie heel belangrijk was voor deze groep mensen. Ik denk dat een aantal daarvan echt al door heeft dat zo’n structuur gaat werken. Als je zelf investeert en over je eigen schaduw heen kijkt en gaat samenwerken met de buren of het theater dat achterom ligt je daar heel veel winst uit kunt halen. Zeker op het gebied van talentontwikkeling hebben we elkaar nodig.”

Het belang van kleine podia
“Ik geloof oprecht dat we heel veel potentie en heel veel talenten hebben in de regio”, vervolgt Moerel. “We hebben de artiesten, het bereik en die succesmomenten. Als we in die structuren gaan denken die door Toine Tax zijn voorgespiegeld, kunnen wij dat ook bereiken. Dat is voor heel veel mensen die lokaal bezig zijn, in kleine collectieven, nog best wel een abstract begrip. Ik denk dat er na vandaag wel wat dingetjes op z’n plek gaan vallen. We zijn zaadjes aan het planten. Het heeft tijd nodig om omgezet te worden naar concrete handelingen. Nu moeten we er hard aan werken dat er iets concreets uit gaat komen.” Volgens Madelon Mooren is Weert daar al mee bezig. “Het verhaal van Toine Tax benadrukt het belang van kleine podia in de cyclus die jonge en opkomende artiesten doorlopen. Wij hebben binnen Weert een popcoördinator die zich onder andere inzet om meer bands te programmeren in de lokale horeca. De onderste tak van die keten hebben we eigenlijk pas sinds sinds 2018 op ingezet en je krijgt nu de bevestiging dat dit een goede stap is.”

Randvoorwaarden over talentontwikkeling
Onderweg naar huis wordt er nog druk gediscussieerd. “Grappig om te zien hoe de identiteit van de stad naar voren komt”, concludeert Tim Gaal op de terugweg in de bus. “Bij Eindhoven een stukje innovatie en techniek, vooruitkijken naar de toekomst, en in Nijmegen een heel solide goed plan over hoe je talentontwikkeling kunt ondersteunen en welk economisch model daarop van toepassing is. Daar kunnen wij als regio Noord-Limburg wel een paar goede voorbeelden aan nemen, hoe je ook dingen topdown uit beschouwen. Wat moet er allemaal geregeld zijn om iets voor elkaar te krijgen? Ik denk dat we daar met zijn allen over na moeten denken. Wat zijn de voorwaarden om die talentontwikkeling sustainable te houden? Het gaat heel erg over het duidelijk krijgen wat de randvoorwaarden zijn over hoe ons talenontwikkelingssysteem kan werken. Nijmegen is natuurlijk niet direct één op één te kopiëren op Venlo of Roermond, maar de methodiek kun je wel kopiëren. Die kleine podia zou je kunnen verdelen over de regio.”

Beter verhaal
Wouter Daemen sluit zich daarbij aan. “Vanuit de regio is het super interessant om te zien wat er in de nabijgelegen regio’s gebeurt en om te kijken hoe we in die ontwikkelingen een rol kunnen spelen. Als je minder kunt leunen op een stedelijke infrastructuur moet je in de regionale structuur, zoals wij dat hebben, met een andere methodiek kijken hoe je dat toch kunt aanvliegen en naar dezelfde resultaten kunt streven.” Michelle Baats, beleidsmedewerker gemeente Leudal, heeft er het nodige van opgestoken. “Ik heb allemaal nieuwe dingen gehoord vandaag waar ik nooit over heb nagedacht. Ik denk dat je mensen die iets willen in de cultuurwereld een opstapje moet geven om verder te kunnen; of dat dan bij jou is of ergens anders. Dat is het belangrijkste voor een kleine gemeente die tussen grote steden in ligt, om je daar op te focussen.” Het concretiseren van structuren, zoals Toine Tax dat deed, is volgens Madelon Mooren heel waardevol. “Dat zijn mooie inzichten. Dat je soms door dingen op een andere manier te benoemen beter het verhaal kunt vertellen.”